De Alkenaer
Column: Gerard Walters
Gepubliceerd: 4 oktober 2024
Het is woensdagochtend en je loopt binnen bij boeken antiquariaat De Alkenaer, je kunt Jan haast niet voorbij lopen, hij zit als het ware in de etalage. Ik heb een vraag? Nou, ik zal kijken of hem kan beantwoorden. Ik heb een afspraak met Marina. “Loop maar door, die zit achter. Met een allervriendelijkste begroeting werd mij een stoel gewezen. “Koffie Gerard”? Ja, lekker. Er ontspon zich een gesprek over eten en veel meer. Dan ben je bij mij aan het goede adres en helemaal als je een gesprekspartner tegenover je hebt die van wanten weet. Heerlijk.
Ziekte en zeer, lekker en minder lekker passeerden, in gedachten ons beider smaakpalet. We hadden het o.a. over diabetes 2, een veel voorkomende ziekte, die nu blijkt heel vaak door ander eetgedrag, gecombineerd met bewegen, verholpen kan worden.
Maar lekker eten was toch de smaak lijn in ons gesprek. Ineens viel het woord AVG’tje. Huh?
Aardappelen, vlees/vis en groenten.
Nou daar kun je wel een avond mee vol praten.
Eten doen we elke dag en als je het dichtbij huis wilt houden en wars bent van al die internationale ingrediënten dan is de aardappel nog altijd een belangrijke waarde in onze maaltijd. En of hij nou gekookt, gebakken, gegrild of in een salade of soep is verwerkt het is allemaal lekker. En over die soep wil ik iets meer vertellen, eigenlijk over de man die het bedacht heeft. Antoine Augustin Parmentier, de soep is naar hem genoemd. Geboren in 1737 heeft hij koningen en de Franse revolutie overleefd, wat op zich al heel bijzonder was als je vaak in de nabijheid van Lodewijk verkeerde. Toen Columbus de aardappel uit Zuid Amerika meenam naar Europa in 1492, hadden de Inca’s er al heel wat kilootjes van opgegeten. In eerste instantie werd het knolletje ook niet geaccepteerd, men kende het niet en “Wat de boer niet kent…” . Maar Antoine hield vol en doordat hij banden met het leger had en er door allerlei oorzaken voedselschaarste was ging men de aardappel toch maar omarmen en dat kwam niet op de laatste plaats doordat Antoine er een soep van maakte, de Potage Parmentier.
Het kan met gewone bouillon maar ook zonder vleesbouillon. Vegetarisch dus. Je neemt het wit van 2 preien, fruit het zonder te kleuren aan in een pan met wat boter, doe de in stukken gesneden kruimige aardappelen erbij en vul af met groentebouillon of water of melk. Kook het geheel gaar en pureer het en wrijf het door een bolzeef, proef het af en breng op smaak met peper en zout. Klop wat slagroom tot yoghurtdikte en schep de soep in kopjes, schep er een eetlepel geslagen room op en wat nootmuskaat rasp.
De soep werd een succes mede omdat die andere grootmeester, August Escoffier het in het Ritz in New York populair wist te maken.
Oh, by the way. Je kunt komen proeven op maandag 25 november om 19.00 in De Alkenaer, dan vertel ik nog veel meer over eten en vertier.
Gerard Walters