De Ondergang
Column: Kraantje
Gepubliceerd: 8 november 2024
Hier zit ik dan, nippend aan een flat white van bonen die waarschijnlijk meer frequent flyer-mijlen hebben verzameld dan de meeste mensen dit jaar. Het Westen, die eens zo trotse beschaving die stond voor vooruitgang en vernieuwing, lijkt nu zijn eigen tragikomedie op te voeren. Het toneelstuk heet “De Ondergang van het Westen”, met in de hoofdrollen chaotische politici, een overweldigende mediakliek, en een publiek dat de verhaallijn al lang niet meer kan volgen. Eindigt het in een ramp? De kans daarop lijkt per dag te groeien, duidelijk aangegeven in knipperende neonletters boven ons collectieve hoofd.
Laten we bij de politiek beginnen, het dagelijkse toneelstuk dat ooit iets weg had van een serieuze deliberatie, maar nu steeds meer lijkt op een reality-tv-show. Politici, ooit bewakers van de democratie, lijken tegenwoordig auditie te doen voor een sterrol in de zoveelste seizoensfinale, compleet met schreeuwerige uitspraken en een totaal gebrek aan zelfreflectie. Of het nu gaat om huilende parlementariërs of ministers met Twitter-tantrums, de politiek draait nu vooral om de meest virale oneliner – het beste argument is allang irrelevant. In deze Olympische sport van soundbites en memes zijn de winnaars niet degenen met doordachte visies, maar degenen die het hardst kunnen schreeuwen.
En dan het medialandschap. Wat ooit een zorgvuldig uitgestippelde weg was, geplaveid met onderzoek en nuance, is nu een onverharde kermis vol felle lichten en ongefilterd lawaai. Feiten en fictie draaien als radertjes door elkaar, gevangen in de voortdurende strijd om aandacht. Nepnieuws, echt nieuws, en een scala aan halve waarheden vliegen om onze oren als herfstbladeren, terwijl wij, met verbeten blik, proberen uit te vogelen wat echt is. Het is alsof we in een digitale puinhoop staan, op zoek naar die ene kostbare korrel waarheid te midden van de chaos.
Dan hebben we nog de talkshows. Wat ooit een platform was voor experts en kennisuitwisseling, is verworden tot het podium van BN’ers die zich met evenveel zelfvertrouwen als onwetendheid uitspreken over onderwerpen waar ze werkelijk geen idee van hebben. We zien ze dagelijks voorbijkomen: zangers die plots economische crises fileren, acteurs die medische wetenschap in twijfel trekken, en influencers die na een middagje Googlen hun geopolitieke analyse loslaten. Waarom luisteren naar mensen die hun hele leven wijden aan complexe vraagstukken als we de heren van VI hebben, die net iets gelezen hebben op Facebook? Ach, zo’n mengelmoes van opinies geeft het geheel tenminste kleur, nietwaar?
Maar de echte tragedie is het voelbare gevoel van malaise dat door onze samenleving sijpelt. Generaties die ooit hoopvol op de barricades stonden, zitten nu vast in een eindeloze cyclus van economische onzekerheid, klimaatangst en uitstelgedrag. Millennials en Gen Z staan te trappelen aan de rand van de samenleving, gewapend met slogans, hashtags en frustratie, maar voelen zich machteloos tegenover de krachten die hun toekomst vormen. Het is alsof hen een auto zonder brandstof is gegeven; er is passie genoeg, maar het vooruitzicht op verandering is mager.
Ondertussen rafelt onze culturele verbinding, ooit een sterk weefsel van gedeelde verhalen, steeds verder uiteen. Identiteitspolitiek, bedoeld om stemmen te geven aan gemarginaliseerden, lijkt vooral een allesomvattend ”wij versus zij” teweeg te hebben gebracht. In de zoektocht naar inclusie heeft iedereen zijn eigen hokjes gebouwd; de bruggen die ons ooit samenhielden, worden nu vooral gebruikt om muren te bouwen.
Maar is er dan helemaal geen hoop? Misschien ontstaat er juist een renaissance uit de chaos. Deze ‘ondergang’ zou wel eens de vruchtbare bodem kunnen zijn voor heropleving. De grote uitdagingen die we vandaag kennen – van klimaatverandering en economische ongelijkheid tot technologische versnelling – vragen om creativiteit, samenwerking, en de moed om ouderwetse paradigma’s aan de kant te schuiven. Misschien zijn we net als rupsjes in hun cocon: opgesloten in stilstand, wachtend op transformatie naar iets onverwachts en kleurrijks.
Terwijl dit theater van absurditeit verder woedt, is het misschien helemaal niet zo’n gek idee om een beetje sardonisch te lachen. Misschien is het juist die lach, dat gevoel van relativering, wat ons de moed geeft om een nieuw verhaal te schrijven. Onze beschaving hoeft geen ode aan de achteruitgang te worden; ze kan het avontuur omarmen, de sprong wagen, een feniks die uit zijn eigen as herleeft. En als het script onleesbaar blijft, kunnen we altijd nog improviseren – tenslotte heeft niemand ons ooit verteld hoe het precies moest.
Kraantje