De thuiscamping
Column: Mieke Biesheuvel
Gepubliceerd: 30 augustus 2024
De zomervakantie is weer voorbij, de scholen gaan weer beginnen en het werk roept. De dagpraat bij de koffieautomaat: “Leuke vakantie gehad?’’ en “Waar ben je geweest?”, steevast gevolgd door een lange enthousiaste uiteenzetting van de meest fantastische, vaak verre of lange vakanties en belevenissen wat zij zelf hebben meegemaakt.
Wij gaan niet vaak op vakantie. Ik ben zelf niet meer gewend dan twee weekjes aan Bergen aan Zee met mijn ouders en ook toen ik zelf een gezin kreeg gingen we niet vaak en zeker niet ver op vakantie. Er was simpelweg geen geld voor. Net als in mijn jeugd probeerde ik het thuis zo gezellig mogelijk te maken. In Aalsmeer woonden we naast een speeltuin en onze eigen tuin was enorm groot en een kinderparadijs. Er konden altijd vriendjes en vriendinnetjes blijven slapen en we deden spelletjes en gekke dingen.
Na de scheiding en wonend in Egmond was de financiële situatie er niet beter op geworden. Maar hé, met het strand als achtertuin had je geen vakantie in Spanje nodig toch! Op de fiets naar het strand en slapen in je eigen bed, the best of both worlds; dat was mijn boodschap in die jaren.
In die tijd ontstond ook onze ‘thuiscamping’. We sleepten de matrassen van de bedden naar beneden, gooiden de meubels aan de kant en maakten zo een slaapplaats midden in de woonkamer. Filmpjes kijken en spelletjes doen op het bed, en slapen met de kat in bed (die mocht niet in de slaapkamers komen, maar lag wel op het ‘campingbed’ in de huiskamer). Ook de kerstvakantieversie hiervan (slapen bij de kerstboom!) was een groot succes. In de laatste weken voor de vakantie vroegen de kinderen al wanneer we weer op de thuiscamping gingen slapen.
En zelfs een paar jaar geleden, toen mijn inmiddels volwassen maar nog thuiswonende dochter vriendinnen te logeren kreeg, werd de thuiscamping ingericht. Met wederom groot succes vertelde ze onlangs, want de vriendinnen hebben het er nog steeds over.
Minder leuk was de situatie voor mijn kinderen ná de vakantie, wanneer iedereen prachtige verhalen vertelde op school en zij zelf niet veel bijzonders konden vertellen. Het was zó vanzelfsprekend dat alle kinderen óp vakantie gingen dat er meewarig werd geluisterd naar de thuisverhalen van mijn kinderen, die dus maar snel hun mond weer hielden.
Mijn dochter is nu zelf juf op de basisschool en realiseert zich terdege dat niet al haar leerlingen op vakantie kunnen, om wat voor reden dan ook. Zij pakt het vakantiekringmoment dan ook anders aan door niet te vragen “en waar ben jij op vakantie geweest?” maar te vragen of je iets leuks hebt gedaan in de vakantie. Dat kan ook logeren bij opa en oma zijn, of een keer zwembad, een bezoek aan de kinderboerderij of een picknick in het bos. Zo wordt het vertellen over de vakantie ook voor kinderen die niet de luxe hebben óp vakantie te gaan een leuke activiteit.
Mieke Biesheuvel
Raadslid Leefbaar Alkmaar
Email: [email protected]
Facebook: www.facebook.com/MiekeBiesheuvelLA