Een nieuwe lente, een nieuw geluid?
Column: Ralph Boots
Gepubliceerd: 15 april 2022
Het gaat “ronduit slecht” met de Nederlandse natuur, concludeert de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur in een rapport dat onlangs is aangeboden aan de nieuwe minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal. Natuur verdwijnt en verschraalt en de biodiversiteit en het bodemleven nemen in rap tempo af. De oorzaak daarvan? Bebouwing, aanleg van wegen en intensieve landbouw in de eerste plaats. Maar daarnaast ook een versnipperd transitiebeleid voor energie, landbouw en klimaat.
Op het moment dat u dit leest, is de lente in volle gang. Bomen botten uit, we worden wakker met vogelgezang, zien wilde hyacinten in het bos, paardenbloemen en madeliefjes langs de weg – het lijkt allemaal best mee te vallen. Nederland is hartstikke groen. Toch zijn de wetenschappers van de Raad voor de Leefomgeving uiterst somber. De waterkwaliteit van onze rivieren, meren en plassen is belabberd en de bescherming van vogelsoorten, wilde dieren- en plantensoorten en natuurgebieden gaat moeizaam. Inmiddels staan hele ecosystemen op omvallen. Dat doodgewone mereltje dat u elke ochtend hoort zingen, is inmiddels een beschermde vogel.
Wat zou helpen, aldus de Raad voor de leefomgeving, is een veel ‘inclusiever’ natuurbeleid dat gericht is op ál het groen in ons land, niet alleen op beschermde natuur in natuurgebieden. Vreemd genoeg zien we natuur nog altijd als iets dat zich afspeelt buiten de stad, in een aangewezen gebied met een hek eromheen. Natuurgebieden zijn belangrijk en moeten vanzelfsprekend beschermd worden, maar alle natuur daarbuiten óók. Advies van de Raad is dan ook: maak de directe woonomgeving veel groener. Dat draagt bij aan de biodiversiteit en is bovendien van groot belang voor onze gezondheid en welzijn.
Helaas zijn economische en politieke afwegingen vaak doorslaggevend bij het opstellen en uitvoeren van natuurbeleid. Daardoor zit de overheid in een rare spagaat en geeft ze met de ene hand geld uit om de natuur te beschermen en verstrekt ze met de andere landbouwsubsidies aan boeren die een negatieve invloed hebben op diezelfde natuur. Neem – dicht bij huis – de mega-stal in Oterleek, waarover al weken commotie is. Partij voor de Dieren en natuurorganisaties vinden het bizar dat de overheid miljarden investeert in energietransitie, klimaat en inkrimping van de veestapel en vervolgens ontwikkelingen toelaat die daar haaks op staan.
Het effect van zo’n megastal op de omringende natuur (denk aan stikstofuitstoot en vervuiling door mest) is groot. Dat geldt in dit geval niet alleen voor de nabijgelegen Eilandspolder, maar ook voor acht andere natuurgebieden in de regio. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat het Noordhollands Duingebied – op zo’n acht kilometer afstand – zelfs het meeste last gaat ondervinden.
De Raad voor de Leefomgeving benadrukt de rol die gemeenten zouden kunnen nemen bij de uitvoering van haar adviezen en onderstreept de noodzaak van meer uitvoeringskracht. Gemeenten zijn belangrijk voor het herstel van de natuur. Hoe mooi zou het zijn als Alkmaar straks een groen college krijgt dat deze handschoen opneemt.
Ralph Boots
Fractie-assistent voor de Partij voor de Dieren Alkmaar