Groos op mijn grassie
Column: Peter Visser
Gepubliceerd: 3 maart 2023
De vader van een vriend van mij was de grasmeester van de AZ grasmat. Als een veldheer verdedigde hij het speelveld. Hij is zelfs een paar keer Nederlands kampioen grasmatten geweest. Echt waar, zo’n wedstrijd bestaat echt. Rondleidingen mogen, maar tot de grasrand. Je had al ruzie met hem als je schoenpunten wezen naar het veld. En voor de rest kon je geen ruzie met hem krijgen, want het was een man met humor en altijd bloid. Maar kwam niet aan zijn groene geluk. Sinds ik in de polder woon, begrijp ik hem meer dan ooit te voren.
Wij wonen op een boerderij met een stukkie land en een stukkie tuin. Alleen veel van mijn stadse vrienden willen dat nog wel eens door elkaar halen. Naast de boerderij loopt een pad en als mijn stadse bezoekers hun auto parkeren, dan doen ze dat vaak met twee wielen op het pad en twee in het gras, zeg maar… de tuin. WAAROM? Ja dan kan er nog iemand langs!! Wie dan? In de zomer is dat natuurlijk niet zo erg, maar vanaf de herfst tot het voorjaar, is het gras groen van boven en nat van onder. Daar verdwijnen je wielen dus in en dan moet ik mijn trekkertje pakken en je eruit trekken met twee diepe sporen als resultaat. Ach joh het is maar gras, hoor ik ze zeggen, komt vanzelf weer goed; slippend rijden ze weer weg. Wel ja denk ik dan; alleen dat duurt nog 6 maanden en dan kijk ik al die tijd naar zwarte sporen. En waarom zou je het gras inrijden? Het is MIJN TUIN!!!! Wat nou als ik mijn paarden vierwiel drive parkeer in het aangeharkte perkje in de Bergermeer. Dan krijg ik echt geen koffie meer hoor.
Mijn slagersvriend bezocht mij een keer op mijn verjaardag en reed zo de onderdijk in met zijn glimmende XC 90. Ik ben jarig in januari, dus dan is de onderdijk net een sloot met een dun laagje gras. Tot zijn bodemplaat in de modder. Hij heeft daar twee dagen gestaan, totdat buurman boer hem met zijn trekker had losgetrokken. Het kostte hem vier biefstukken en een taxirit naar huis. De sporen waren tot diep in het voorjaar te zien; maar waar vriend slager zich nog het meest om bekommerde was de modder op zijn
krokodillen leren Van Bommeltjes. Als ik visite krijg zwaai ik mijn bezoek altijd netjes uit. 1 Om mijn
blijk van waardering te tonen dat ze een borreltje zijn komen halen en 2 omdat ik als de dood ben,
dat ze gaan keren in mijn gras, sorry mijn tuin.
Vriend de horecaleverancier had een keer de veel te dikke Audi A huppelepup met hele grote wielen achteruit mijn grassie opgereden. Hij verkneukelde zich helemaal bij het wegrijden; hij trapte het pedaal in tot aan de bodem. De prut zat bij de achterburen op de kozijnen. Ik heb hem 6 weken niet meer aangekeken en als hij nu langs komt, springen onze twee honden met zwarte modderpoten poten op zijn lichte vertegenwoordigersbroekie. Boontje komt om zijn loontje.
Mijn eerste contact met mijn schoonvader was ook tenenkrommend. Het pad loopt langs de boerderij, ineens zag ik dwars op de boerderij koplampen… De toen nog prille liefde schoot naar buiten, maar het kwaad was al geschied. Het is meer dan goed gekomen tussen ons en het kwartje is gevallen, want hij heeft ’t nooit meer gedaan.
Mijn buurman boer had helemaal het groose grassie dieptepunt. Hij zat niets vermoedend aan zijn
keukentafel. Toen er een auto met een boedelbak de dijk af kwam rijden. Dat is op zichzelf al vreemd, want we hebben veelal zelf een aanhanger en anders lenen we er één. Maar een gehuurde boedelbak is een bezienswaardigheid in de polder. In de auto zat een compleet Aziatisch gezin van Nederlandse komaf. Nu heb ik niemand pijn gedaan met deze zin en het gaat er mij om dat u het plaatje helder heeft.
Het gezin was de weg kwijt en wilde keren op het erf van de verbouwereerde buurman. Maar je kunt er niet keren, hij heeft net als ik een tuin en een pad. De man was niet gewend aan de aanhanger en kon niet achteruitrijden. Dus hij keerde, jawel in de tuin. Mijn buurman boer stond in shock te gillen dat hij moest stoppen. De chauffeur had slechts oog voor zijn Mitsubishi Charisma en de boedelbak. Vooruit, achteruit, vooruit, weer achteruit. De veldslag heeft een uur geduurd en de man werd nog boos op buurman boer ook; omdat hij te weinig ruimte had om te keren. Na een uur ploeteren liet hij mijn totaal ontredderde buurman achter met een tuin dat leek op een crossveld. Ik was blij dat ik mijn hek dicht had, want hij had ook zo maar mijn grassie kunnen verwoesten.
Dus stadters; jullie zijn van harte welkom in de polder, maar parkeer je auto op het pad en niet in de tuin.
We zijn groos op ons grassie .
Peter Visser