Henk
Column: Peter Visser
Gepubliceerd: 4 november 2022
Nou heb ik toch mijn vrachtwagenrijbewijs gehaald. En ja, dat is een felicitatie waard. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen. Ik heb het hier al eens over mijn theorie gehad, dus daar ga ik niet te veel woorden meer aan vuil maken, behalve dan dat wat mij betreft de theorieopleiding dicht tegen universitair niveau lag. Man, wat een berg werk. Maar geslaagd, dus niet meer achterom kijken. Nu was de praktijk aan de beurt. Nou, en dat was me toch ook een avontuur zeg. Niet zo zeer het rijden op zich, dat viel redelijk mee. De voorrangsregels kennen we naar 35 jaar wel en het rijden op zich was ook wel te doen. Bovendien blijft het een machtig gevoel om met zo’n groot kreng de openbare weg op te gaan. De wegen zijn er op zich ook op gemaakt dat twee vrachtwagens van 2 m 50 breed (zonder spiegels) elkaar kunnen passeren. Maar dat gevoel heb je niet als je in die cabine zit. Het is allemaal groot. Ik mocht niet met mijn rechter wielen in de berm, stil staan kan ook niet, dus gewoon passeren. Ik durf nu wel te bekennen dat ik sommige passeeracties met mijn ogen dicht gedaan heb. Maar ik leef nog, dus de wegen zijn berekend op 2 grote vrachtwagens die elkaar kunnen passeren.
Wat ik ingewikkelder vond, is dat ik mezelf weer eens tegen kwam tijdens de lessen en examens. Mijn hemel. Het begon al met de instructeur, bij les drie zei hij vilein; “onze andere cursisten zijn wat jonger he; dus die pakken het rijden natuurlijk wat sneller op” Maar deze opmerking kon ik hebben, want het gebeurt de laatste tijd vaker, dat de stijgende leeftijd niet alleen beperkingen oplegt, maar vaker opgemerkt wordt. Terwijl ik in mijn hoofd nog steeds 25 ben. Deze constatering zal voor meer vijftigers gelden, dus deze opmerking liet mij onberoerd.
Nee, het examen zelf is de boosdoener of liever gezegd de examinator, terwijl die arme man er niets aan kan doen, die doet gewoon zijn werk. Voor mijn praktijkexamen was ik in één keer geslaagd, dus geen vuiltje aan de lucht, zou je zeggen. Alleen na het examen staat het zweet op mijn rug, van de zenuwen. Zoals gezegd, ik was geslaagd, maar als die man dat nu meteen in de cabine vertelt… Nee hoor, eerst naar buiten, dan drie trappen op, naar een kantoortje, dan uitgebreid gaan zitten, zichzelf een glas water inschenkend zegt hij; Je bent geslaagd. Ik hoorde eerst niet eens wat hij zei… De zenuwen gilden door mijn lijf. Ik had hem in the pocket. Yessss. Niets aan de hand dus. Kan het erger; het kan nog veel erger. De week daarna moest ik mijn code 95 halen. Een soort chauffeurs diploma. Dat was mogelijk nog erger. Ik kan spreken voor grote groepen, ga makkelijk om met gasten in het restaurant, maar als iemand op mijn vingers kijkt word ik nerveus. En dat deed deze examinator. Het examen bestond uit een parcours met pionnen achteruit rijden en daar raakte ik twee pionnen… gezakt. En dan krijg ik dus kortsluiting in mijn hoofd. Dan haal ik VERoordelen en BEoordelen door elkaar. Ik denk dan dat die examinator mij veroordeelt, dat hij me te min vindt voor de vrachtwagen, dat ik niet zo maar moet denken, dat ik dat zomaar ook kan, dat het een vak is; vrachtwagen chauffeur en dat vak is niet zomaar weggelegd voor iedereen, zeker niet voor jou. Dat speelt zich allemaal af in mijn hoofd. De examinator verandert in een monster. Krijg de kolere, ze bekijken het maar met dat rijbewijs, ik ga naar huis; hij steekt dat papiertje maar in een plek ,waar de zon niet schijnt.
Ik moet mezelf dan echt streng toe spreken, om weer te landen en dan toch met frisse tegenzin te melden bij het volgende examen; veilig en goed een vrachtwagen laden. Dat is een soort toneelstukje, waar bij je een vrachtbrief krijgt en op basis daarvan een vrachtwagen laadt. Hartstikke makkelijk. Alleen ik wil het te goed doen en heel serieus. Bovendien ging de beste man op een soort luie stoel zitten om op mijn vingers te kijken. Ik voelde me bij elke stap VERoordeeld, terwijl hij me gewoon aan BEoordelen was. Het hele examen heeft hij niks gezegd, alleen maar gekeken… op mijn vingers. Het zweet liep in straaltjes van mijn rug, de pijn in mijn hoofd steeg naar ongekende hoogte. Het shirt was doorweekt toen hij me vertelde dat ik was geslaagd voor dit onderdeel. De week daarna behaalde ik het andere onderdeel ook. Dit rijbewijs was een trip langs al mijn zwakke punten. Ik ervaar beoordelen snel als veroordelen. Als ik op google lees dat iemand mijn kippen niet lekker vond, lig ik gelijk een nacht wakker, terwijl ik de achten en negens niet in me opneem. Mijn vrachtwagenrijbewijs werd een psychologische roadtrip. En wat ga ik nu eigenlijk doen met dat vrachtwagenrijbewijs; geen idee. Je kunt me altijd bellen, maar het duurt nog even voordat ik met de vlam in de pijp door de Brennerpas rijd.
Peter Visser