Klimaatvluchtelingen
Column: Kivilcim Pinar
Gepubliceerd: 2 september 2022
Klimaatverandering blijft het nieuws domineren. Terwijl bosbranden op allerlei plekken ter wereld nog nasmeulen, voltrok zich in Pakistan deze week een nieuwe ramp. Door de extreme moesson staan grote delen van het land onder water; een derde deel van Pakistan is veranderd in een oceaan. De overstromingen kostten aan meer dan 1000 mensen het leven en 33 miljoen anderen raakten hun huis en hun middelen van bestaan kwijt. In een land dat zich al aan de financiële afgrond bevond, stapelt de ellende zich nu op. In Pakistan is klimaatverandering al lang niet meer een zorg voor de toekomst.
Een ‘vluchteling’ werd ooit gedefinieerd als “iemand die een internationale grens over is gegaan uit gegronde vrees voor vervolging vanwege zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging”. Maar die omschrijving volstaat al jaren niet meer. Het aantal mensen dat op de vlucht is voor weersomstandigheden – bosbranden, overstromingen, extreme droogte – is de afgelopen tien jaar opgelopen tot 21,5 miljoen. Dat is meer dan het dubbele van het aantal mensen dat vluchtte voor oorlog en geweld.
In een rapport over klimaatverandering schetste de Wereldbank vorig jaar rond deze tijd een ontluisterend scenario. De kans is reëel dat er rond 2050 meer dan 200 miljoen mensen door klimaatverandering hebben moeten verhuizen. Als ze de keus hebben, blijven ze het liefst in eigen land, blijkt uit onderzoek. Zelfs al staat hun hele regio onder water of groeit er in de wijde omtrek geen boom of plant meer. Pas in het uiterste geval, als het ze echt niet meer lukt om binnen de eigen landsgrenzen een nieuw bestaan op te bouwen, wijken ze uit naar welvarende landen zoals Nederland.
Hoe we hier mee omgaan, wordt de komende jaren steeds crucialer want het aantal vluchtelingen zal alleen maar toenemen. In plaats van te blijven steggelen over ‘economische vluchtelingen’ en ‘echte vluchtelingen’, zouden we beter kunnen bedenken hoe we deze groeiende stroom mensen gastvrij bescherming kunnen bieden en wat onze rol kan zijn in het ombuigen van de oorzaken.
Aan mij wordt regelmatig gevraagd hoe de Partij voor de Dieren denkt over de vluchtelingencrisis. In de eerste plaats vindt onze partij dat mensen in nood simpelweg geholpen moeten worden. Mededogen en duurzaamheid staan daarbij voorop (dus geen AZC sluiten zodra de stroom mensen weer even afneemt). Maar daarnaast heeft de Partij voor de Dieren er altijd op gehamerd dat er beleid komt om de oorzaak van de problemen weg te nemen. We willen dat mensen straks geen reden meer hebben om hun land te ontvluchten. Veel partijen verschuilen zich jaar naar jaar achter een continue ‘verbazing’ dat er ‘ineens’ weer een stroom migranten deze kant op komt. We zouden er beter aan doen om migratie de komende jaren te accepteren als een constante en ons hard te maken voor het klimaat, voor economische gelijkheid en voor humane opvang. Als je het breed hebt, bouw je geen hek, maar maak je de tafel langer.
Kivilcim Pinar is fractie-voorzitter van de Partij voor de Dieren Alkmaar