Twijfel en tranen. Verhuizen naar het Friese platteland?
Column: Micha de Groot
Gepubliceerd: 16 juli 2021
De vleesgeworden grilligheid, dat was jarenlang denk ik de beste typering voor mij. Was je net gewend aan mijn ‘nee’, dan verraste ik je plotsklaps met een ‘ja’. Dacht je dat ik volledig ging voor links, dan dook ik ineens vol overtuiging naar rechts. Miss Afwisseling in optima forma.
Dit uitte zich op diverse fronten. Zo was de maximale tijdspanne qua baan voor mij zo’n drie jaar. Wanneer ik goed en wel na een jaar ingewerkt en gewend was, dan begon het steeds meer te kriebelen bij me. Na drie jaar hield ik het niet meer en was het de hoogste tijd voor mijn volgende jobhop. Ook op relationeel gebied was mijn leven op zijn minst onstuimig te noemen. De verveling lag altijd en overal op de loer bij me en constant was er dat hijgerige gevoel in mijn nek dat hét anders moest. Wat en wie dat hét dan ook mocht zijn.
Er was echter al die jaren één rotsvast ankerpunt in mijn leven. Eén punt waar geen twijfel over bestond. Eén gebied waar ik geen onrust bij ervoer. Dat was de stad waar ik woonde. Mijn Alkmaar was als een rotsvast ankerpunt in mijn bestaan.
Alkmaar prijkt als geboortestad en woonplaats op al mijn officiële documenten. Ik zette er mijn eerste peuterstapjes, doorliep er mijn scholen en paradeerde op mijn 21e in trouwjurk door de Langestraat om er de trap naar het stadhuis te beklimmen. Meer dan eens pakte ik mijn biezen en verhuisde, maar altijd rond de hete pit van de Alkmaarse binnenstad. Natuurlijk ontstonden er in mijn hoofd wel eens wilde plannen. Zo was ik er een periode van overtuigd dat ik een B&B in Noord Spanje wilde gaan draaien, dat het de hoogste tijd was om te verkassen naar Groningen of dat ik mijn geluk wilde gaan beproeven op een Waddeneiland. Maar telkens wanneer ik daar wat langer en intenser over nadacht dan spatte in mijn hoofd de emigratie zeepbel uit elkaar. Het nieuwe oord miste bijvoorbeeld een mooie, oude binnenstad, het strand om de hoek, was te groot of juist te klein, te plattelands of juist te stads of het ontbrak er aan prachtige grachten en groen. Kortom…Alkmaar was perfect!
12 jaar geleden kreeg ik een relatie met een Friese boer die al sinds jaar en dag gesetteld was te midden van de uitgestrekte weilanden van Witmarsum. Tussen zijn herkauwende koeien groeide onze liefde, fietsen we samen in een half uur naar Bolsward voor een ijsje en sprongen we met z’n twee op zijn metersgrote trampoline in één van zijn enorme achtertuinen wanneer ik wat energie kwijt moest. Ik genoot van de rust van het platteland en keek ’s nachts met verrukking omhoog naar een hemel die licht gaf door een overvloed aan sterren die schenen zoals ik ze nog niet eerder in mijn leven had zien schijnen. Ik voegde me naar de amicale gewoonte werkelijk de duvel en zijn ouwe moer te groeten die je pad maar kruisten en haalde mijn hart op aan kilometerslang landelijk slingerasfalt waar ik zonder ook maar enige verstoring overheen kon glijden op mijn skeelers.
Wilden we samenwonen? Het was een onderwerp dat mettertijd steeds vaker de revue passeerde. Het hield me bezig. Als een paal boven water stond dat Klaas onmogelijk met zijn 400 koeien de dijk over kon komen om naar Alkmaar te verhuizen. Ik zou dan ook richting Friesland moeten bewegen. Pooh, wilde ik dat? Zou ik kunnen aarden hier? In een uitgestrekte wereld vol rust en ruimte waar de lucht van koeienpoep overheerste. Een lucht die ik overigens met groeiende genegenheid omarmde.
Maar tevens een wereld zonder historische gevels en grachten, zijn Noordzeestranden, waagtoren en kerkplein. Zonder filmhuis en theater om de hoek, hippe drankjes in de stad en de stadse dynamiek waar ik zo dol op was.
Het was zomer 2009. Mijn ouders kwamen langs op de Witmarsumse boerderij waar ik op dat moment voor een poosje verbleef. Met aarzelende stappen schreed mijn moeder met peinzende blik over het erf en door de woning. Amper vijf minuten binnen keek ze me, met haar grote ogen vol liefde aan en vroeg me ‘En wat denk je lieverd, zou jij hier kunnen wonen? Kun jij je hier thuis voelen?
Al was het een vraag die haast geen antwoord behoefte, het antwoord kwam. Woordeloos dan wel. Ik barstte in tranen uit en huilde terwijl mijn moeder me, zonder wat te zeggen, zachtjes over mijn rug streelde.
En zo werd duidelijk dat je Alkmaarse kaasmeisjes uit hun stad kunt halen maar daarmee Alkmaar nog niet uit het meisje.
Micha de Groot