ONTZETtend mooie zomer
Column: Peter Visser
Gepubliceerd: 7 oktober 2022
Er zijn van die liedjes, die met een hele leuke melodie een nare boodschap bezingen. ‘Tis weer voorbij die mooie zomer… is zo’n liedje. Als het tegenzit blijft het melodietje de hele dag in je hoofd hangen (na het lezen van deze zin, gaat dat ook gebeuren). Tegelijkertijd is het toch een nare boodschap. Het begin gaat nog wel… Die zomer, die begon zo wat eind mei… Maar alles wat daarna komt, vind ik maar triest. Ik kan altijd slecht afscheid nemen van de zomer en als ik niet op pas, begin ik me daar in augustus al zorgen over te maken. Terwijl het dan nog aangenaam warm kan zijn.
Dit jaar had ik de langste zomer ooit. Eind mei een weekje Bonaire en daarna heeft de zon geschenen tot twee weken terug. Toen begon het zo hard te regenen, alsof de watertekorten in één week bijgevuld dienden te worden. Iemand zei me laatst, dat er gemiddeld 800 mm water valt per jaar en dat we tot nog toe maar 200 mm hebben gehad. Lekker dan, dat betekent dus regen tot 1 januari. Wanneer ik mezelf tot de orde geroepen heb, omdat ik niet zo vreselijk moet zeuren, doemt langzaam 8 oktober op.
Alkmaars Ontzet vind ik een fijn feestje, waar ik naar uitkijk en het doet mij het verlaten van de zomer vergeten. Ik vind het ook een intiem feestje, want het is toch zomaar alleen bedoeld voor Alkmaarders. Dat er inmiddels meer dan 100.000 mensen in Alkmaar wonen, doet niks aan die intimiteit af. De beslotenheid van 8 oktober is een heerlijke gedachte. Lekker nationalistisch of liever gezegd lokalistisch. Kerst vieren we overal, koningsdag, WK voetbal, 5 mei, zelfs carnaval bedekt een best groot deel van het land. Maar 8 oktober vieren we lekker zelf. Laatst probeerde ik het uit te leggen aan iemand uit Amsterdam. Vragend haalde hij zijn schouders op. Laat ook maar, dacht ik. Je hoeft niet overal bij te zijn. Ik speelde vroeger trompet bij het Trompetterkorps…. Echt waar?…. Ja, echt waar… In een knickerbocker?…. Ja in een Knickerbocker, met rode kousen. De grote middagoptocht was een hoogtepunt en vanaf mijn 8e heb ik geen middagoptocht gemist. Het liefst kijk ik hem alleen, dat wil zeggen tussen het publiek, maar ik vind het fijn om dan even met niemand te hoeven praten. Zo hebben we allemaal wat.
Ik kon al uitkijken naar de kinderoptocht, de brandweerspelen, hondenshow op het Waagplein, lampionnenoptocht (en dat was altijd in de stromende regen), met daarna de taptoe en ja, alweer in die knickerbocker. Zelfs de “Last Post”, gespeeld door mijn favoriete sleutelmaker en kaasdrager op de molen van Piet, doet mij kippenvel bezorgen. Het verrast mij keer op keer dat mensen twee keer per jaar in de rij willen staan. De 1e keer voor een kaartje en de 2e keer voor de zuurkoolmaaltijd zelf. En als je in het bezit bent van een 8 oktober Sjaal, dan gaat deze je leven lang mee. Je draagt hem tenslotte maar twee keer per jaar. Want als je hem omdoet in november is het geen gezicht. Dat is een beetje hetzelfde als met Harley Davidson jas zitten op een Puch en dat is niks ten nadele van de Puch.
Waar vroeger het feest werd gevierd op de Koorstraat en De Vest, is het nu een feest van de hele stad. Waagplein, de Brug, Paardenmarkt, alles bruist. Ik heb 8 oktober meegemaakt in verschillende gedaantes; in een knickerbocker, toeschouwer, met een lampion, deelnemer en nu weer als medeorganisator met mijn evenknie in Pluim en met onze nieuwe buren. Ik kijk uit naar de optocht, ik kijk uit naar het ringsteken, ik kijk uit naar de samenwerking met onze buren, ik kijk uit naar vandaag en morgen.
Gerard Cox had gelijk….’tis weer voorbij die mooie zomer
Tot Vanavond
Peter Visser