Schoolreisje revisited
Column: Klaas Kirpensteijn
Gepubliceerd: 19 juli 2024
Kauwend op een Fruittella heb ik het prettige gevoel dat ik weer op schoolreisje ben.
Ik zit met twee vrienden in een Audi, op weg naar een golfhotel in de buurt van Wuppertal. Een paar kilometer voor ons zoeft nog zo’n auto over de Autobahn, met ook drie mannen en drie golftassen.
Zes vrienden die elkaar al vele jaren kennen en die lang lid waren van dezelfde ondernemersclub, de Commerciële Club Alkmaar. Na onze actieve periode besloten we om contact te houden door één keer per maand een rondje te golfen en vooral na afloop met elkaar te borrelen en te eten. En elk jaar gaan we een paar dagen op stap.
Zoals nu dus. Twee dagen golfen op mooie banen in Duitse heuvels, en natuurlijk daarna lekker eten en drinken.
Zes mannen van 65+, met wortels in de regio Alkmaar.
In de auto mijmer ik over de schoolreisjes van vroeger. Na weken van spanning vooraf klommen we dan bij de school met twee klassen in een bus van Bak, de stoere jongens achterin op de bank, zwaaiend naar de wegbrengouders. Ik kreeg een pukkel mee, met daarin een rol Fruittella en drie witte bolletjes met gehakt. Mijn moeder maakte in die week een extra gehaktbal, die als beleg op de broodjes ging, de lekkerste lunch ter wereld. Al vóór de Kooimeer was het eerste broodje verorberd.
En nog altijd ben ik weer op schoolreisje als ik zo’n mierzoete Fruittella proef, of een broodje gehakt.
Het schoolreisje ging nooit ver, Artis was al heel wat. En na een rondje dierentuin en een glaasje ranja aan schragentafels reed de bus dan steevast naar Halfweg, naar de speeltuin De Zoete Inval. Zoiets als Duinvermaak in Bergen, maar dan groter, met een wip voor zes kinderen, een parcours met trapauto’s en vooral een enorme houten glijbaan. Bij de glijbaan lag een stapel jute zakken voor onder de billen, om te voorkomen dat je, in de woorden van Jules Deelder, “als een saté beneden kwam”.
Op dít “schoolreisje” hebben de trapauto’s plaatsgemaakt voor golfbuggies, want te voet door de heuvels zit er voor de meesten van ons niet meer in. En wippen en glijden doen we ook niet meer zo vaak.
Maar verder lijken we nog best veel op die jongens achterin de bus. We kletsen over het leven, over of Dick Schoof het wel zal redden met die wonderlijke ploeg, en over voetbal.
We lachen veel, soms met flauwe en foute mannenhumor: “Gaan we de volgende keer weer voor ons plezier uit, of nemen we dan de vrouwen mee?”
Heel stoer, maar wél voor het slapen gaan nog even naar huis bellen om haar stem te horen…
Jongens zijn we, maar wel aardige jongens.
Op de terugweg in de auto ben ik steenkapot en achterin is er één in slaap gesukkeld, half hangend over een golftas. Hij en ik zijn niet van die fanatieke golfers zoals de andere vier, we zijn al blij als we hole 18 halen.
Door de spierpijn zien we er maar vanaf om bij het naderen van Alkmaar onder de bank te kruipen, om net te doen of de bus leeg is…
Klaas Kirpensteijn