Terreur in de tuin
Column: Kraantje
Gepubliceerd: 27 september 2024
Ah, de herfst. Het seizoen van warme truien, verkleurende bladeren en… het oorverdovende gejank van bladblazers. Niets symboliseert de komst van de herfst zo goed als de invasie van dit apocalyptisch tuingereedschap. Net als je je wilt onderdompelen in de serene schoonheid van vallende bladeren of tussen de regenbuien door lekker van een kopje koffie in het zonnetje wil genieten, komt daar weer zo’n buurman voorbij met zijn bladblazer. Het is alsof de herfst je uitnodigt voor een rustige wandeling in het bos, en je buurman ineens verschijnt met een motorkap van een Formule 1-wagen en de drs volledig open gooit.
De bladblazer is de fatbike onder het tuingereedschap; niemand heeft erom gevraagd, maar toch verschijnt hij overal, als het ultieme speeltje voor de steeds luier wordende mens. Vroeger gebruikten we gewoon een bezem om de bladeren weg te vegen. Maar dat was niet flitsend genoeg, natuurlijk. Blijkbaar kunnen we niet meer zonder het zware geschut van de bladblazer. De moderne mens wil geen fysieke inspanning meer leveren, behalve als het in een dure sportschool is, met airconditioning en een proteïneshake binnen handbereik. Dus wat doen we? We halen een bladblazer in huis, een apparaat dat klinkt alsof het een Boeing 747 aan het opstijgen is. Want waarom zou je in stilte bladeren vegen als je het ook met het subtiele geluid van een opstijgend vliegtuig kunt doen?
En wat doen die bladblazers eigenlijk? Je denkt misschien: “Ze ruimen bladeren op.” Maar dat is een illusie. Het enige wat ze werkelijk doen, is de bladeren van de ene kant van de tuin naar de andere verplaatsen, waar ze zich verzamelen in nieuwe hoopjes, als guerrillastrijders die zich klaarmaken voor een nieuwe aanval. En als het een beetje waait – en dat doet het natuurlijk altijd in de herfst – waaien ze doodleuk weer terug naar hun oude plek. Je zou denken dat bladblazers in het complot zitten met de wind.
Maar het gaat verder. Bladblazers zijn ontworpen om je innerlijke rust weg te blazen, samen met die bladeren. Zit je net lekker in een herfstboek gedoken, hoor je in de verte een vertrouwd gejank. Het begint als een zachte brom, alsof iemand een stofzuiger in de verte heeft aangezet. Maar nee, die bladblazer komt dichterbij. En dichterbij. Totdat het klinkt alsof hij naast je bank is neergestreken en probeert je tapijt uit je woonkamer te zuigen.
Dan is er nog de trotse bladblazer-bezitter zelf. Je weet wie ik bedoel: de buurman die het apparaat hanteert alsof hij deel uitmaakt van een elite-eenheid, klaar voor bladbestrijding. Het gezicht strak van concentratie, de schouders licht gespannen, alsof hij in de volgende scène van een actiefilm zit waarin bladeren de wereld proberen over te nemen.
En ik maar hopen dat we ooit weer teruggaan naar de eenvoudige hark. Je weet wel, dat ding dat nog uit het prehistorische tijdperk komt, toen tuingereedschap stil was en je hartslag kon verhogen zonder dat je gehoorbescherming nodig had. Zo’n tuinhark, stil, effectief en multifunctioneel: je veegt niet alleen bladeren, maar krijgt er ook gratis spierballen bij. Je hoeft niet naar de sportschool, gewoon een uur in de tuin en je hebt een gratis upperbody workout gedaan.
Maar nee, blijkbaar kunnen we niet meer zonder het zware geschut van de bladblazer. Welkom in de herfst van de 21ste eeuw: de tijd waarin blaadjes opvegen geen serene mindfulness-activiteit meer is, maar een lawaaierige, invasieve aanval op de zintuigen. Je rust, je gehoor en je gemoedsrust worden weggeblazen—samen met die arme bladeren.
Kraantje