Vakantie jeugdsentiment
Column: Micha de Groot
Gepubliceerd: 13 augustus 2021
‘Het is belangrijk om je suikergehalte goed op peil te houden tijdens het fietsen, jongens!’, zei mijn ome Piet terwijl hij ondertussen een hele batterij aan grote Snickers en Marsen uit zijn fietstas toverde. Dat klonk mij, de grootste zoetekauw van Alkmaar en omstreken, echt als muziek in de oren. Fietsvakanties, ik vond ze al geweldig leuk en op deze manier werden ze er alleen nog maar beter op. Daar zaten we dan, met z’n achten, in een groene berm ergens in Nederland, onze lekkernij weg te knagen voor we weer energiek en doorsuikerd opstapten om verder te fietsen naar onze volgende pleisterplaats of eindbestemming.
Het is een klassieker, maar ik bemerk inderdaad dat ik, met het klimmen van de jaren, met een groeiend sentiment terugdenk aan de vakanties uit mijn jeugd. Samen met mijn vader, moeder, broertje, mijn tante, oom en nichtjes zijn we heel wat zomers fietsend vanuit Alkmaar door Nederland getrokken, terwijl we de nachten in jeugdherbergen doorbrachten. Echt, dat waren nog eens tijden. Ook wat jeugdherbergen betreft. Ze waren nog van het kaliber zoals ze ooit bedoeld waren. Met een hele rits stapelbedden in slaapzalen en enorme douchruimtes waarin de lucht van zweetvoeten en goedkope zeep de boventoon voerde. Herbergen waar je met grote groepen mensen uit alle windstreken ’s avonds om een lange tafel met dampende borden macaroni samenkwam, waarna je met elkaar de afwas deed terwijl je allerlei anderstalige liedjes leerde en reisverhalen uitwisselde.
Door deze vakanties ben ik gaan ervaren dat, om het avontuur te proeven, het echt niet noodzakelijk is om met je backpack rond te dwalen over een ander continent. Samen met mijn nichtje Monique (we scheelden niet meer dan één maand in leeftijd) was ik heel goed in staat om er, iedere vakantie opnieuw, een bloedstollende ervaring van te maken. Zo weet ik nog goed hoe ik ’s morgens vroeg de slaapkamer van mijn ouders in onze vakantiewoning binnenstormde. ‘Pap, pap, je moet nú meekomen. Monique is in het drijfzand gezakt!’ Mijn vader, direct klaarwakker, schoot zijn spijkerbroek aan en met wilde haren en kreukelogen van de slaap beende hij onmiddellijk achter mij aan, terwijl ik voor hem uitrende naar de plek des onheils. Daar stond Monique, wijdbeens weggezakt in de prut tot haar kuiten aan toe. Eén stralende glimlach. ‘Waarom staat ze daar in hemelsnaam met haar voeten zo ver uit elkaar?’, vroeg mijn verbaasde vader me. ‘We deden wie er in de minste stappen naar de overkant van deze prutplas kon komen’, legde ik hem uit. Met wat duw en trekwerk werd Monique, met haar onverminderd blije toet, door held papa uit de modder omhoog gehesen. Eén rubber laarsje bleef achter in de zwarte drek maar ach… Monique was gered en zij en ik hadden maar weer mooi een door-het-oog-van-de-naald avontuur in the pocket.
‘Vandaag wordt een hele speciale dag, jongens’, kondigde ome Piet op een ochtend met sensationele stem aan, terwijl we zaten te ontbijten in de grote eetzaal van de jeugdherberg in Coevorden. We hingen aan zijn lippen. ‘Wij gaan namelijk door Duitsland fietsen om de oversteek te maken naar Lattrop-Breklenkamp. Wauw, fietsen door Duitsland, hoe cool was dat! Een kleine desillusie was het dat er op het moment van passeren van de grens geen toeters klonken en bellen rinkelden, maar oh, wat genoot ik van pendelen door ons buurland. Rare verkeersborden, andere winkels, gekke woorden en vooral weer die avontuurlijke gedachten in mijn hoofd.
Maar de mooiste momenten waren denk ik, die waarop we ons dagelijkse fietsdoel hadden bereikt. Momenten waarop we, volgelopen met nieuwe avonturen, plakkerig van het zweet en met het melkzuur in onze vermoeide benen een dorpje inreden op zoek naar de herberg. Rondneuzen in de nieuwe omgeving van de jeugdherberg met zijn groene dwaalvelden en verstophoekjes. Samen met nicht Monique al ons vakantiegeld omzetten in zakken snoepgoed en grote flessen 7Up in de plaatselijke supermarkt. Om uiteindelijk mijn vertrouwde slaapzak uit te rollen op een stapelbed in de slaapzaal. De avond die viel. Krakende stapelbedden, fluisterende stemmen en de grote plannen die er onverminderd door onze kinderhoofden gonsden en we fluisterend en giechelend met elkaar deelden.
Het avontuur, dat ben je zelf en met een beetje fantasie en de allerleukste familie maak je een klein landje groots en kun je vakanties je leven lang koesteren.