Ver van mijn bed?
Column: John van der Rhee
Gepubliceerd: 3 december 2021
In de Tweede Wereldoorlog vond de Holocaust plaats, de door de nazi’s geïndustrialiseerde moord op Joden. De Alkmaarse Joden werden ook slachtoffer van het moorddadige regime van de nazi’s en per trein afgevoerd op 5 maart 1942. Alhoewel er inmiddels Stolpersteine liggen bij de toenmalige Joodse adressen in de stad en de Alkmaarse Synagoge gelukkig nu weer in oude luister is hersteld, is er bijna 80 jaar na dato geen openbaar, centraal monument voor deze gruwelijke massamoord op de Alkmaarse Joden. Daarmee is Alkmaar een uitzondering in Nederland. Waarom er nooit door het gemeentebestuur of de Alkmaarse gemeenschap een monument is opgericht na de Tweede Wereldoorlog, is mij een raadsel. Schaamte? Desinteresse? Ik weet het oprecht niet.
Maar ik weet wel dat er iets aan gedaan moest worden. Misschien wel juist omdat ik niet Joods ben, en niet begrijp hoe deze zwarte bladzijde uit onze Alkmaarse geschiedenis langzamerhand kan verdwijnen uit ons bewustzijn, net zoals de Joodse gemeenschap in Alkmaar vrijwel geheel uitgeroeid en dus verdwenen is. De Alkmaarse slachtoffers van de Holocaust mogen niet vergeten worden.
Op 4 november 2019, ruim 2 jaar geleden, diende ik daarom de motie ‘Opdat wij niet vergeten’ in, die door de Alkmaarse gemeenteraad unaniem werd aangenomen. Daardoor kreeg het college de opdracht om een namenmonument voor de in de Holocaust vermoorde Joodse Alkmaarders te realiseren. Want, zoals een Joods gezegde luidt ‘Je kunt twee keer sterven’. De eerste keer bij de dood, de tweede keer als je naam vergeten wordt’.
Nadat een eerste ontwerp niet de eindstreep haalde, is er, ook na de nodige inspanningen van waarnemend burgemeester Roemer, een indrukwekkend mooi ontwerp gemaakt voor een namenmonument bij het NS-station, waar men op de treinen moest stappen. Dit ontwerp is toevallig, maar mooi symbolisch, gepresenteerd in de week van Chanoeka, het Joodse feest van de lichtjes. De pers heeft hier al uitgebreid over bericht en hopelijk zal de onthulling dit voorjaar plaats kunnen vinden, 80 jaar na het laatste afscheid op het station van Alkmaar.
Ook in deze zelfde week van de lichtjes, wordt bekend dat er een groot onafhankelijk regionaal onderzoek door de Radboud Universiteit komt naar in beslag genomen Joods vastgoed in Alkmaar, Den Helder, Bergen, Castricum, Heiloo, Dijk en Waard, Hollands Kroon, Schagen en Texel. Blijkbaar was dit feit bijzonder genoeg om nu het landelijk nieuws te halen. Dit is het resultaat van een proces dat begon met mijn raadsvragen over Joods vastgoed in juni 2020. Ik vroeg naar de rol van de gemeente Alkmaar en Alkmaarse notarissen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in de onteigening van Joodse panden en de afhandeling daarvan na afloop van de oorlog. Vaak waren overlevenden van de kampen overgeleverd aan bureaucratie, willekeur, onbegrip, winstbejag en kille onverschilligheid. In de zomer van 2022 zal blijken of en hoeveel onrecht er nog op dit vlak moet worden rechtgezet.
Een ‘ver-van-mijn-bed’-show? Nee, dat wordt het pas als we vergeten. Dan kan het opnieuw gebeuren. En dat is onaanvaardbaar. Ongeacht je religie, politieke kleur of levensovertuiging.
John van der Rhee
Fractievoorzitter VVD