Victorie met een zwart randje
Column: Chris Houtman
Gepubliceerd: 8 oktober 2021
Acht oktober, groot feest vandaag in Alkmaar. Omdat de covid-ellende eindelijk beheersbaar lijkt te zijn, mag het festijn weer worden gevierd, zij het nog steeds in afgeslankte vorm, maar mijnerzijds toch een kleine kanttekening. We herdenken dat op acht oktober 1573 – na een beleg van zeven weken – de inwoners van de Kaasstad zich realiseerden dat het vijandige Spaanse leger zich had teruggetrokken en het beleg had opgegeven. Hoe heuglijk ook: het was geenszins het einde van de oorlog tussen de Verenigde Republiek en het Spaanse rijk; die strijd zou nog voortduren tot het midden van de volgende eeuw, tot in 1648 toen eindelijk de vrede werd getekend.
Mijmerend over de tachtigjarige oorlog moest ik de laatste dagen steeds vaker denken aan Afghanistan. Ook daar leek er maar geen einde te komen aan de oorlog tussen de inwoners van dat land en de vreemde landen (Sovjet Unie, de VS en de NATO) die ettelijke decennia lang meenden daar de dienst te moeten uitmaken. De fundamentalistische Taliban wilde niet van wijken weten en aangezien ook het ruige Afghaanse landschap een tegenstander van formaat is, waren de pogingen om het land onder controle te krijgen eigenlijk al bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Was dat in 1573 anders? Ook het zompige Hollandse landschap, met dijken die konden worden doorgestoken en stukken land die plotseling konden worden geïnundeerd, bleek voor de Spaanse troepen teveel van het goede.
‘In Alkmaar begint de Victorie’ leren de vaderlandse geschiedenisboeken ons vol trots, maar dan moet je wel een protestante bril opzetten, want voor het katholieke volksdeel begon er juist een lange periode van gewelddadige onderdrukking. Afghanistan heeft de Taliban, Nederland had de geuzen. Natuurlijk hadden de protestanten in ons land ook hun portie ellende gehad onder het Spaanse gezag en de Inquisitie, maar toen ze eenmaal aan de macht kwamen deden ze niet onder voor hun voormalige vijand. Met name de geuzenleider Diederik van Sonoy was berucht vanwege zijn wreedheid. In het Regionaal Archief van Alkmaar bevinden zich stukken waarin je kunt lezen wat de arme katholieke drommels overkwam die in de handen vielen van Sonoy en consorte. Je moet een sterke maag hebben om de geschetste martelpraktijken en wreedaardige vormen van executie in deze verslagen tot je te nemen. Ook kloosters en kerken vielen ten prooi aan de woede van Sonoy. De ooit zo indrukwekkende Abdij van Egmond werd verwoest en daarmee verdween een cultureel religieus instituut dat eeuwenlang van groot belang was geweest voor de regio.
Wat hebben de Taliban en de geuzen gemeen? Ze zijn beide fundamentalistisch van aard en deinzen niet terug voor barbaarse praktijken. Kijk, een beetje katholieken bashen, daar is niks mis mee. Ik heb zelf ook weleens de neiging om die paapse zelfgenoegzame grijnzen van hun gezichten te schrobben, maar Sonoy en zijn trawanten gingen wel heel erg ver. De martelaren van Alkmaar, niet zo vermaard als hun Gorcumse mede-martelaren waren vijf paters franciscanen die nadat de geuzen de stad Alkmaar in 1572 hadden ingenomen op 20 juni uit hun klooster op de Paardenmarkt werden gesleurd, werden overgebracht naar Sonoy’s hoofdkwartier in Enkhuizen alwaar ze vijf dagen later, na uitvoerige martelingen, publiekelijk werden opgehangen. Ook dàt herdenken we op 8 oktober en wel in een feesttent op diezelfde Paardenmarkt waar ooit die onfortuinlijke paters woonden. In Alkmaar begon de victorie, dat kan best zo zijn, maar misschien moeten we in alle euforie ook oog blijven houden voor de schaduwkanten van de geschiedenis. En een beetje begrip opbrengen voor alle Afghanen die hun land willen ontvluchten, omdat ze te lijden hebben onder de wrede en fundamentalistische Taliban terreur kan misschien ook geen kwaad… religieuze terreur, er lijkt geen einde aan te komen.
Chris Houtman
Illustraties:
Diederik van Sonoy, Reinier Vinkeles, omstreeks 1780, collectie Regionaal Archief Alkmaar / PR 1001847
Hof van Sonoy, Gravure van Hendrik Spilman, 1752, naar een tekening van Cornelis Pronk, 1726, bron: Elsinga, J. / collectie Regionaal Archief Alkmaar / NL-AmrRAA_1455_0032_0034
Martelaren van Alkmaar, omstreeks 1700, uit: het Martelaarsboek van Petrus Opmeer, collectie Regionaal Archief Alkmaar, Geschiedenislokaal
Reconstructie van ‘Gezicht op de Abdij van Egmond’ voordat deze werd verwoest, in 1638 geschilderd door Claes Jacobszoon van der Heck, collectie Rijksmuseum Amsterdam, Wikimedia/commons
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.