Vroem vroem
Column: Erik Regterschot
Gepubliceerd: 10 februari 2023
Er is veel te doen over de positie van de auto in de stad. Er wordt flink gesteggeld over het autoluwer maken van de binnenstad en we worden voortdurend opgeschrikt door verkeersongevallen met de auto in een negatieve hoofdrol. En dan moet de discussie over “van 50 naar 30” (snelheid in de stad) nog beginnen. Feit is dat de auto de afgelopen jaren ruim baan heeft gekregen in de stad. Te ruim baan, vindt de CU.
Natuurlijk willen wij een goed bereikbaar centrum, ook voor de auto. En iedereen moet de auto kunnen pakken, daar waar noodzakelijk dan. Want veel mensen kunnen en willen best fietsen, lopen of met de bus. Voor sommige doelgroepen is het lastiger: mensen die slecht ter been zijn of mensen die vanuit de dorpen in de regio op winkel- of familiebezoek komen. En uiteraard het zakelijke verkeer. Voor de goede orde; dat zijn niet de gepamperde leasebakrijders in hun Tesla’s, maar dat zijn ondernemers en logistieke partijen die simpelweg geen alternatief hebben.
Juist om de stad bereikbaar te houden voor automobilisten die geen keuze hebben, moeten wij sturen op keuzes van automobilisten die dat wel hebben. Om het liberaal te zeggen: de vrijheid van de auto stopt daar waar de vrijheid van de voetganger of fietser wordt aangetast.
Waar het om gaat is dat we de menselijke maat terugbrengen in het stedelijke mobiliteitssysteem. Alkmaar is car-city. Dat is prima als je een relatief kleine stad bent met een regiofunctie, maar niet meer werkbaar als de ambitie is om de komende jaren vijftien duizend woningen te realiseren, in het centrum welteverstaan. Dan loopt de boel vast, roken wij ongewenst per persoon per dag enkele sigaretten mee en is de kans dat we elkaar van de sokken rijden groter.
Het is toch vreemd dat steden als Leiden, Zwolle en Den Bosch – steden waaraan Alkmaar zich graag mag spiegelen – volop bezig zijn met autoluwere inrichting van centrum en woonwijken, en dat we er in Alkmaar al jaren over steggelen. Steden waar wel volop draagvlak is voor een minder dominante positie van de auto in de stad. Binnensteden bovendien waar het goed toeven is; een plek waar mensen graag komen, en waar de Zara niet verdwenen is.
De menselijke maat dus, daar wil ik naar toe. Niet zozeer de auto is negatief, maar het fietsen en lopen zijn zoveel positiever. Veiliger en gezonder bovendien. We willen onze grootouders veilig (doch niet te snel) door de stad zien e-biken, wij willen onze kinderen zelfstandig naar school kunnen laten fietsen en we willen geen gedrogeerde idioten full speed door de Vondellaan. Bovendien wil ik zelf fatsoenlijk over het Scharlo naar de stad kunnen lopen.
Alkmaar hoeft niet per se grootstedelijk te denken, maar een provinciale status quo van pappen en nathouden levert alleen maar verliezers op. Dus zegt de CU: laten we kiezen, kiezen voor de menselijke maat. Kiezen voor de kwetsbaren; de fietser en voetganger.
Erik Regterschot
Fractielid CrhristenUnie Alkmaar