Welke opvoedingsstijl past bij jou?
Je kind laten gaan? Boos worden?
Gepubliceerd: 25 juni 2021
Je zoon is in de gang aan het voetballen. Hij weet natuurlijk dat dat niet de bedoeling is, maar hij kan de verlokking niet weerstaan. Je weet niet zo goed wat je nou moet doen. Het maar even laten gaan? Boos worden?
Hoe je reageert, is afhankelijk van je opvoedstijl. Iedere ouder voedt natuurlijk op zijn of haar eigen, unieke manier op. Maar het merendeel blijkt toch in een van deze vier categorieën te vallen: verwaarlozend, autoritair, permissief en autoritatief. Dat een verwaarlozende opvoedstijl negatief voor de ontwikkeling van een kind is, snapt iedereen. Maar hoe zit het met die andere opvoedingsstijlen? Welke van de opvoedingsstijlen werkt nou uiteindelijk het beste?
Autoritaire opvoeding
Een autoritaire opvoedstijl zorgt er weliswaar voor dat je kind snel naar je leert luisteren, maar dat komt vooral doordat hij een beetje bang voor je wordt. Eigenlijk dresseer je je kind dus meer dan dat je hem opvoedt. En erg zelfstandig zal hij er waarschijnlijk ook niet door worden; jij bepaalt immers steeds wat hij moet doen. Een ander nadeel van de autoritaire opvoedingsstijl is dat je kind jou op den duur waarschijnlijk liever ontwijkt dan dat hij je opzoekt.
Permissieve opvoedingsstijl
Aan de andere kant van het spectrum zitten de ouders die alles zoveel mogelijk laten gaan. Zij gaan er in hun permissieve, dus toegeeflijke, opvoedstijl vanuit dat een kind moet kunnen experimenteren met gedrag en willen het daarom zo min mogelijk begrenzen. Ze vinden dat hun kind vooral zichzelf moet kunnen zijn en vertrouwen erop dat een kind op die manier uiteindelijk zijn ‘authentieke zelf’ wel zal vinden. Waar ouders met een autoritaire opvoedingsstijl zich dus prettig voelen bij voor het kind uitlopen en het op die manier door het leven heen leiden, positioneren ouders met een permissieve of laissez-faire opvoedingsstijl zich juist liever achter het kind.
Autoritatieve opvoeding
En dan is er dus nog de autoritatieve opvoedingsstijl, gebaseerd op gezag. De ouders die deze aanpak hanteren zijn weliswaar ferm in hun verwachtingen, maar geven hun kind tegelijkertijd ook veel ruimte om zelf met nieuw gedrag te experimenteren. Deze ouders marcheren dus niet voor hun kind uit en sjokken er ook niet achteraan, ze lopen er vooral naast. Ze steunen hun kind, leggen uit waarom bepaalde zaken niet mogen en nemen de belangen van het kind in hun besluiten mee. Ze waarderen daarin mondigheid van hun kind, maar accepteren geen brutale monden.
Welke van deze opvoedingsstijlen werkt het beste?
Bij de autoritaire opvoedingsstijl gebeurt er dus het meest van wat jij wilt, maar verlies je als ouder snel het diepere contact met je kind. En bij de permissieve opvoedingsstijl laat je je kind vooral los, maar verlies je uiteindelijk je gezag. Aan de autoritatieve opvoedingsstijl zit ook een nadeel. Je moet steeds dingen uitleggen en ook nog eens vragen naar hoe je kind de dingen ervaart, waardoor die aanpak je uiteindelijk de meeste tijd en energie kost. Toch blijkt steeds weer dat die laatste opvoedstijl de meest stabiele kinderen voortbrengt. Deze kinderen leren zich zowel aan anderen aan te passen, als hun eigen belangen op een adequate manier te verdedigen.
Ze blijken op latere leeftijd succesvoller te zijn, meer te verdienen en er ook stabielere relaties op na te houden dan kinderen die zijn opgevoed met een van de andere opvoedingsstijlen. Zowel de individuatie (‘Wie ben ik?’) als de socialisatie (‘Hoe verhoud ik me tot anderen?’) zijn er het meest mee gediend.
Snap je?
Terug naar die gang. Het beste blijkt dus om niet boos te worden op je voetballende kind, maar het ook niet zomaar te laten gaan. Leg uit dat je het vervelend vindt als er op de gang gevoetbald wordt en vraag of je kind snapt waarom. Geef hem een knuffel als je merkt dat je boodschap goed is overgekomen. Als hij het de volgende keer toch weer doet, vraag je wat hij niet aan de afspraak heeft begrepen en houd je hem daar flink verantwoordelijk voor door te vragen waarom hij zich dan toch niet aan de afspraak houdt. Het magische woord daarin is ferm, precies tussen streng en al te toegeeflijk in.