Wie bezit, die bepaalt!
Column: Kivilcim Pinar
Gepubliceerd: 11 februari 2022
Een van de indrukwekkendste boeken die ik onlangs heb gelezen is Hoe ik toch een huisjesmelker werd van Hans de Geus. Dat boek legt haarfijn uit wat de oorzaken van de huidige wooncrisis zijn én welke economische en maatschappelijke gevolgen ze hebben. Dat zijn er twee: het eerste is uiteraard dat de woningmarkt op slot zit door het dalende aanbod en de gekke prijzen. Het tweede is de groeiende ongelijkheid in de samenleving, die gebaseerd is op het bezit van vermogen. In dit geval het bezit van grond, een gebouw, of beide.
Wonen is een grondrecht, maar wonen is inmiddels onbetaalbaar geworden. De torenhoge huizenprijzen maken het starters en jongeren onmogelijk een huis te kopen. Tenzij ze een beroep kunnen doen op ouders die bemiddeld genoeg zijn om een gift of lening te verstrekken. De pechvogels zijn aangewezen op hoge vrijesectorhuren die een steeds groter deel van hun vaak toch al onzekere inkomen opslokken.
Over de oorzaak van de geëxplodeerde woningmarkt is inmiddels min of meer een consensus. De ellende begon in de jaren ’80 van de vorige eeuw, toen de landelijke politiek ‘wonen’ ineens niet meer als een recht, maar als een product of dienst ging definiëren. Daarop volgden de afschaffing van het ministerie van VROM, de deregulering en liberalisering van woningverhuur en de beruchte verhuurdersheffing (die alleen door woningcorporaties wordt betaald en niet door mannen met rare, grote brilmonturen). In 2017 stond de toenmalige minister van Wonen vrolijk de pers te woord om te vertellen dat de woningmarkt ‘af’ was en draaide als een zonnetje. Tja…
Is er nog hoop? Jazeker! We weten wat de oorzaak is en de remedie kennen we ook. Wat we nodig hebben om uit deze crisis te komen, is meer regie vanuit de overheid als een ‘partij zonder winstoogmerk’ en meer sturing naar de behoeften van onze samenleving. Niet alleen de centrale overheid heeft een rol hierin, maar juist ook de gemeenten. Zíj bepalen tenslotte het lokale woonbeleid en maken prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. Met die gedachte diende Partij voor de Dieren tijdens de laatste raadsvergadering een amendement (wijziging) en een motie in om zo het gemeentelijk grond- en vastgoedbeleid beter af te stemmen. We zijn er namelijk van overtuigd dat de behoeften van de marktpartijen niet altijd overeenkomen met die van onze inwoners. Daarom moet ons gemeentebestuur de belangen en behoeftes van Alkmaarders met betrekking tot wonen beter beschermen.
We hebben het college verzocht om een pas op de plaats te maken met het onderzoek naar de verkoop van gemeentelijk vastgoed. En we willen dat af te stoten gemeentelijke locaties en/of gebouwen waar mogelijk gebruikt gaan worden voor het ontwikkelen van betaalbare (sociale) huur- en koopwoningen of het realiseren van kinderopvang.
Gelukkig waren we de niet de enigen in de gemeenteraad die er zo over denken. Zowel het amendement als de motie zijn met ruime meerderheid aangenomen. Weer een stap dichter bij een maatschappelijk woonbeleid!
Kivilcim Pinar
Raadslid Partij voor de Dieren Alkmaar