Dier & Natuur

Zo help jij egels de winter door!

Dier & Natuur

Egels houden een winterslaap in de periode dat er weinig voedsel te vinden is – ruwweg van oktober/november tot maart/april. Maar dat wil niet zeggen dat je tijdens de herfst en winter niks voor hen kan doen. Meer nog: jouw hulp kan het verschil maken! Met deze vijf tips wordt jouw tuin een vijf-sterren overwinterplek.

Tip 1: Help de egel aansterken
Hoewel een winterslaap de ultieme vorm van energiebesparing is, raken egels tijdens die periode tot 40% van hun lichaamsgewicht kwijt. Daarom is het belangrijk dat ze rond en gezond de winter in gaan.

Zie je nu nog een wakkere egel in je tuin? Schotel hem dan wat lekkers voor. In de natuur eet hij insecten, slakken en wormen, maar een hapje honden- of kattenvoer slaat hij zeker niet af.

Opgelet: geef een egel nooit melk, want daar krijgt hij diarree van. Dat veroorzaakt uitdroging en hij kan er zelfs van sterven! Geef liever een laag schaaltje water in droge periodes.

Tip 2: Laat je tuin met rust
Nu het tuinseizoen voorbij is, lijkt het aanlokkelijk om aan de grote winteropruim te starten. Toch stel je die beter uit tot in de lente. Egels overwinteren het liefst tussen gevallen bladeren onder een haag, een takkenbos of dode boom, wat snoeihout, een houtstapel of zelfs de composthoop. Soms vinden ze zelfs een plekje in een rommelig tuinhok. Als ze verstoord worden door een ijverige tuinier, moeten ze op zoek naar een ander plekje en verbruiken ze kostbare energie.

Heb je toch per ongeluk een egel verstoord? Probeer de verstopplek dan zo goed mogelijk te herstellen en laat de egel de rest van de winter met rust. Als dat écht niet mogelijk is, richt dan een gelijkaardige plek in, niet te ver van de oorspronkelijke vindplaats. Denk trouwens niet te gauw dat de egel overleden is, want tijdens de winterslaap koelen dieren af en verstijven ze, waardoor een vergissing snel gemaakt is.

Tip 3: Plaats een egelhuis
Is je tuin een toonbeeld van orde en netheid? Ook dan kan je de egel welkom heten, door hem een geschikt egelhuis aan te bieden. Die zijn kant-en-klaar te koop bij tuincentra of bij natuurhulporganisaties, maar het is nog leuker om er zelf eentje te bouwen. Gebruik ongeverfd, onbehandeld hout en maak een ‘doos’ van minstens 30 cm breed, 40 cm diep en 30 cm hoog. Voorzie aan de korte zijde een inloopopening van 15 op 15 cm, liefst met een gangetje eraan. Maak ook een ventilatieopening, die verse lucht in het huis brengt (let op dat het niet kan binnen regenen!)

Kies een plekje uit dat niet bereikbaar is voor nieuwsgierige honden en katten. Plaats het egelhuis met de opening naar het noorden of noordoosten om tocht te vermijden. Leg binnenin wat hooi, zacht stro of droge blaadjes. Dek het huisje af met een dikke laag zand en bladeren, zodat het er natuurlijk uitziet. Leg ook wat hooi naast het huisje, bijvoorbeeld in een oude bloempot die je op z’n zij legt. Egels houden ervan zelf hun slaapkamer verder in te richten! Als je het dak niet vast timmert, kan je het huis na de winter makkelijk schoonmaken en het volgend jaar opnieuw gebruiken. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, want dat houdt egels net weg. Met warm water en een ruwe borstel kom je al een heel eind. Open het dak niet tijdens de winter om verstoring te voorkomen.

Tip 4: Panikeer niet als je toch een egel tegenkomt
Egels gaan dan wel in winterslaap, af en toe worden ze even wakker. Misschien is zijn huidige schuilplaats niet warm genoeg en wil hij een beter plekje zoeken (jouw egelhotel!). Of de buitentemperatuur is tijdelijk wat hoger, waardoor hij op zoek gaat naar wat extra voedsel. Op dat moment is het dus een goed idee om de egel wat voer aan te bieden om aan te sterken. Bij zachte winters komt het zelfs voor dat een egel helemaal geen winterslaap houdt, ook dan kan hij een extraatje gebruiken.

Is er toch meer aan de hand (verwondingen, abnormaal gedrag, diarree, moeilijke ademhaling, etterende ogen of extreem veel parasieten), dan contacteer je best een opvangcentrum. Daar kunnen ze de verzwakte egel alle nodige hulp bieden, zodat hij later weer de natuur in kan.

Tip 5: Verbind tuinen
Misschien is jouw tuin niet geschikt voor egels, vinden ze er niet genoeg voedsel of zijn de beste plekjes al ingenomen? Of misschien is je tuin net een egelparadijs, maar raken de stekelige dieren niet binnen door de stevige omheining? Zorg daarom altijd voor een aantal doorgangen in je omheining. Die egelwegels hoeven niet groter te zijn dan 15 x 15 cm, maar voor de egel betekenen ze een wereld van verschil. Zet ook je buren aan om egelwegels aan te leggen: vanaf tien verbonden tuinen woon je in een ‘egelstraat’. De egelpopulatie zal je dan ook eeuwig dankbaar zijn, want hun leefgebied wordt er ineens een pak groter door! Als bonus kunnen ze zo makkelijk de beste eet- en slaapplekken bereiken, zonder gevaarlijk verkeer tegen te komen.


Bron: www.onzenatuur.be