Door: Theo Olthuis

Kaars brandt een gaatje in de nacht. De nacht verschikt haar kleed.

Door: Theo Olthuis

Theo Olthuis (1941) is geboren in Amsterdam, waar hij ook opgroeide en tot 1998 woonde. Daarna verhuisde hij naar Bergen (NH). Hij is onderwijzer geweest in Amsterdam en dramadocent bij de balletscholen De Toverfluit en Scapino Dansschool. Olthuis schrijft gedichten en toneel voor kinderen en volwassenen. Gedichten werden gepubliceerd in de bladen Okki en Taptoe en vele bundels.

Daarnaast schreef hij liedjes en scènes voor televisie (ondermeer voor Sesamstraat, Klokhuis en Koekeloere). Verder liedteksten voor o.a. Herman van Veen, Stef Bos, de muziektheatergroep Samba Salad en Kranenburgh Vocaal Ensemble. Momenteel is hij als dramadocent werkzaam in Bergen en gaat hij als schrijver regelmatig naar scholen en bibliotheken in het land. Soms ook in België. Als schrijver bezocht hij Nederlandse scholen in Singapore en op Curaçao.
Vanaf 2009 schrijft hij wekelijks een aforisme voor Bergens Nieuwsblad.
Theo Olthuis wint in 2010 de Rabobank Cultuurprijs.
Vanaf 2014 schrijft hij ook aforismen in bulletin KCB NU (Kunstenaarscentrum Bergen) en in omroepblad Max Magazine.

Recent werk:
Ik wil een monstertje, prentenboek met tekeningen van Rowdy Huiswoud, 2013.
Jeugdpoëzie: Hoera, ik ben weer wakker (2011)
Heksje Trees heeft hoogtevrees, prentenboek op rijm met tekeningen van Jenny Bakker, 2008.
Jeugdpoëzie: In je hoofd kun je alles, 2007; inmiddels vierde druk.
Lampje voor de nacht, 2005.
Poëzie voor volwassenen: Golfslag / over Bergen naar Camperduin, 2006.
De klik van de riem, over de lotgevallen met zijn hond, 2006. Voor verdere info: www.theo-olthuis.nl

Zelf zegt Theo Olthuis over het schrijven:
Gedichten en liedteksten kun je niet bedenken, ze komen zomaar op je af. Een kwestie van goed opletten! Altijd heb ik pen en papier op zak, want inspiratie krijg ik vaak als mijn lijf beweegt. Er komt dan opeens een ideetje of een goeie beginregel, bijvoorbeeld tijdens een wandeling langs de zee. Ook weleens in de supermarkt, het zwembad (geen pen en papier!) of fietsend door het bos. Remmen, afstappen en gauw noteren anders is het weg!
Eenmaal weer thuis, genesteld in mijn schrijfstoel voor het grote raam met uitzicht op een prachtige linde, gaat dan het échte werk beginnen: schrijven, doorhalen, eraf en erbij. Hardop de nieuwe zinnen lezen of de regels zingen kan vaak helpen. Net zolang tot er iets overblijft wat hopelijk de moeite waard is. Dat weet je dan op z’n vroegst de volgende dag. Als er een nacht is geslapen en het ei niet alleen is gelegd, maar ook is uitgekomen…