Kom maar op met die tranen!
Column: Kim Klaver
Gepubliceerd: 26 januari 2024
Grappig hoe dat werkt, hoe je toegroeit naar veranderingen waarvan je weet dat ze eraan komen. Ik weet bijvoorbeeld dat mijn dochter binnenkort ook het nest verlaat. Wanneer, dat zegt de grote voorziener echter niet. Want: woningnood en woekerprijzen voor hele kleine kamers met vochtige muren en tochtende kieren in de kozijnen van het enkele glas. Dus het kan morgen zijn, maar ook nog een jaar of langer duren. Maar… de dag waarvan je wist dat hij zou komen staat ergens om de hoek op ons te wachten.
En we zijn eraan toe. Allebei. Zij is 20 en wil haar eigen leven leiden. En ik ben 51 en wil ook mijn eigen leven leiden. Het zit ‘m in dat woordje leiden. Want dat woord bepaalt je rol. En daar twijfel ik nu een beetje aan. Want ben ik nou moeder, huisgenoot of kostwinner? En voor haar geldt ook die twijfel: is ze nog een kind of is ze volwassen in de ogen van haar moeder? En vooral: in haar eigen ogen? Want kan je niet pas volwassen worden als je de vrijheid hebt om in je eigen ruimte uit te huilen, te dansen van geluk en alles wat daar tussen zit? Om eens in een lege portemonnee te moeten kijken of een beetje stress te hebben omdat er geen schone onderbroeken meer in je kast liggen?
Dit is echt wel een dingetje, hoor. Want het thuis blijven wonen door kinderen die er intussen echt op uit moeten trekken is hetzelfde als dat gekke online onderwijs tijdens die nare Corona-periode. Voor de meeste kinderen was het op zijn minst een uitdaging en voor sommigen was het een regelrechte hel. Je had als kind geen keuze, de scholen hadden ook geen keuze, maar het was een hele grote belasting voor alle partijen en de gevolgen waren groot. En dit, dit is hetzelfde.
Want hoe fijn ik het ook vind dat ze nog thuis woont, ik moet intussen wel al heel erg lang wennen aan het idee dat ze een keer de sleutel in het slot van haar eigen huis gaat steken. Ik stel plannen uit, wil het hier gezellig houden voor haar, kook nog iedere avond en doe de was. En zij, zij wil plannen maken met haar studiegenoten in Amsterdam, maar ja, die trein en vooral daarna de bus, die rijdt maar tot een uur of half tien ’s avonds. Dus als het feestje net begint, is zij alweer onderweg naar huis. En dat is gewoon niet leuk. En nee, het gaat niet om het feestje, maar het gaat erom dat niet alleen de bus niet rijdt, maar vooral dat zij niet rijdt. Dat ze haar pad niet kan volgen en met haar al die andere kinderen, wat zeg ik, jongvolwassenen en zelfs volwassenen die meer dan toe zijn aan een volgende stap maar die niet kunnen zetten alleen maar omdat wonen een luxeproduct is geworden.
Nou, een klein beetje zeuren is het misschien wel. Want we hebben het over het algemeen prima naar ons zin zo met zijn twee. Maar ik gun haar zo haar eigen pad, en daar hoort ‘het huis uitgaan’ nu meer dan bij. En ik wil, in plaats van me al zo lang voorbereiden op de tranen, nu eindelijk echt wel eens echt in een jankbui uitbarsten en het feit verwerken dat ze dan niet langer elke dag gezelligheid brengt en dat het stil is in huis. Bijkomend voordeel: ik ben dan weer gewoon haar moeder en zij is weer gewoon mijn kind, weten we ook weer wat we zijn.
Kim Klaver