Vreemde weken, van vieren en herdenken
Column: John van der Rhee
Gepubliceerd: 28 april 2023
Het is net Koningsdag geweest en zowel Dodenherdenking als Bevrijdingsdag liggen in het verschiet. Tijdens de laatste weken van april en de eerste week van mei liggen vieren en herdenken in Nederland heel erg dicht bij elkaar.
Dit jaar ook voor mij persoonlijk. Naast het onderhandelen om tot een nieuw Alkmaars perspectief te komen in de lokale politiek, grepen twee gebeurtenissen mij heel erg aan.
Eerst mocht ik op vrijdag 21 april mijn twee meter grote, aangetrouwde neef(je) Robert met zijn grote liefde kleuterjuf Robin in de echt verbinden. Een grote eer die ik met plezier vervul als “Babs” (Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand), maar zo’n huwelijk is ook iets wat mij altijd de angst om het hart doet slaan. Want het moet wel tegelijk goed zijn, aangezien het natuurlijk niet nog eventjes overnieuw kan…
Gelukkig is het ook dit keer weer gelukt, met behulp van de liefste bode ooit, en door een geslaagd gastoptreden van jeugdvriend en kaasdrager Henk “de Vrije Vogel” van Wonderen. Nu is het smoorverliefde koppel dus een onvervalst echtpaar!
De dag erna, op zaterdag 22 april brachten we in een sobere setting, en in besloten kring, een laatste groet aan onze vriend Rob. Een markante man, thuis in Overdie, met een grote mond en een klein hartje, die mij steevast “broertje” noemde. De emoties lagen bij mij dan ook heel dicht aan de oppervlakte, want zoals “broertje” Rob, was er maar één.
Er zijn in april en mei echter ook vieringen en herdenkingen, die landelijk op de kalender staan, maar plaatselijk ingevuld worden.
Zo was ik uitgenodigd om op dinsdag 18 april in de Alkmaarse Synagoge aanwezig te zijn bij de herdenking Jom Hosjoa, door de Joods Liberale Gemeente (LJG). Met indrukwekkende speeches van burgemeester Anja Schouten en van Sjoah overlevende Izak Salomons, afgewisseld met wonderschone muziek, werd Kaddiesj gezegd voor de overledenen op een aangrijpende wijze. Drie dagen later was vlak om de hoek van de Alkmaarse synagoge, de herdenking van Truus
Wijsmuller, de Alkmaarse die duizenden Joodse kinderen redde.
Nu, in de aanloop van 4 mei moet ik zelf altijd denken aan het gezin aan de Fabrieksweg in Alkmaar, waar mijn moeder 8 jaar oud was toen de oorlog uitbrak. Terwijl zij en haar zusje met hun moeder thuis achterbleven, zat oudste broer Jan thuis ondergedoken (letterlijk, onder de grond), in leven gehouden met bonnen van de ondergrondse. De rest van het gezin was verspreid en verscheurd door de oorlog; broer Cor was samen met vader Pool verplicht tewerkgesteld in Riga (Letland), een andere -foute- broer vocht met de Duitsers mee aan het Oostfront, en de favoriete broer van mijn moeder, Mart, overleefde ternauwernood concentratiekamp Buchenwald. Bewust en onbewust hielpen zij elkaar. Mart gaf de naam van zijn ondergedoken broer Jan op bij zijn arrestatie, en met de foto van de geuniformeerde broer op het tafeltje waaronder het luik van diezelfde Jan verscholen zat, liepen de huiszoekingen telkens met een sisser af.
Daar denk ik aan, als ik op 4 mei om 20.00u twee minuten stil ben. En daar denk ik ook aan, als ik op 5 mei de vrijheid vier. Ook al kwam, op de geuniformeerde broer na, iedereen na vele omzwervingen als vluchteling door Europa, uiteindelijk weer levend in Alkmaar terug. Het zijn vreemde weken van vieren en herdenken.
John van der Rhee