Armoedig landschap
Column: Kıvılcım Pinar
Gepubliceerd: 9 augustus 2024
Nederland komt z’n verplichtingen uit de Europese Vogelrichtlijn niet voldoende na, vindt de Europese Commissie. Het aantal weidevogels, waaronder onze ‘nationale vogel’ de grutto, gaat al jaren achteruit. Het is een alarmerend bericht, dat te midden van al het Olympische nieuws waarschijnlijk niet de top 3 van ‘best-gelezen’ haalde, maar de strekking liegt er niet om. De Europese Commissie dreigt in te grijpen als Nederland zelf niet binnen twee maanden met voorstellen komt.
Vijftig jaar geleden telde ons land nog 120.000 paar grutto’s. Nu zijn dat volgens de Vogelbescherming ongeveer 25.000 broedparen. Andere soorten weidevogels zoals de kemphaan en de watersnip zijn bijna helemaal uitgestorven. Hét grote probleem voor de weidevogels is de intensivering van de landbouw, zegt de Vogelbescherming. Er is te weinig gevarieerd grasland met een voldoende hoge waterstand om het aantal weidevogels, zoals de grutto en de kievit, op peil te houden. Ook in de Oudorperhout is dat tij nauwelijks te keren. Vorig jaar was daar nog geen handvol broedparen en konden er maar een paar kuikens uitvliegen.
Grutto’s houden van drassige, bloemrijke weides waar veel insecten leven, maar dat soort weilanden zijn door de intensieve melkveehouderij steeds zeldzamer geworden. Daarnaast zorgt vroeg maaien in het voorjaar ervoor dat broedparen verstoord worden en de nesten geen beschutting meer hebben. En leggen niet alleen insecten, maar ook vogels het loodje door de bestrijdingsmiddelen die in de reguliere landbouw worden gebruikt. Het resultaat van dit alles is wat een ecoloog onlangs ‘een armoedig landschap’ noemde. Je ziet er geen wilde bloemen en kruiden en je hoort er geen vogels meer. Het boerenland is op veel plaatsen doodstil geworden.
Je kunt de grutto zien als de kanarie in de kolenmijn. Als het slecht gaat met de grutto, geeft dat aan hoe beroerd het gesteld is met de biodiversiteit en de bodemgezondheid in het boerenlandschap. En dat heeft aan het eind van het liedje natuurlijk z’n weerslag op onze gezondheid en onze leefomgeving.
Veel melkveehouders zouden gráág natuurinclusief boeren met kruidenrijk grasland, een hogere grondwaterstand en aandacht voor vogels. Dat kost meer tijd, inspanning en geld, maar het mooie is dat door Europa beloond wordt met een flinke bak subsidie. Er staat een pot van 68 miljoen Brusselse euro’s klaar die onze kant op komt als we in Nederland in staat zijn om met een goed plan te komen om onze weidevogels te redden.
Zo’n plan moet bedacht worden door het Rijk en de provincies, sámen met boeren. Het is niet alsof die stilgezeten hebben de laatste jaren, want initiatieven zijn er genoeg. Waar het aan ontbreekt is overeenstemming over de richting die we inslaan met de intensieve melkveehouderij. Zo lang die knoop niet wordt doorgehakt, big agro in Den Haag de dienst blijft uitmaken en de BBB het standpunt hanteert dat onze weidevogels verdwijnen door roofdieren, hebben we nog een lange weg te gaan. Hopelijk keert het tij voordat het oorverdovend stil wordt op het boerenland.
Kıvılcım Pınar is raadslid voor de Partij voor de Dieren Alkmaar