De kreupele kameel en kerstmelancholie
Column: Micha de Groot
Gepubliceerd: 17 december 2021
Eén voor één haal ik de kleine pakketjes uit de doos en wikkel het keukenpapiertje er voorzichtig vanaf om mij te laten verrassen door het figuurtje dat eronder schuilgaat. Met opperste concentratie en de tong uit mijn mond plaats ik ze in het houten stalletje die mama al heeft neergezet op de hoek van de open haard. Ieder jaar opnieuw vis ik de koningen uit hun papiertje en plaats ze minstens een halve meter achter het stalletje. Vanaf morgen mogen ze iedere dag een stapje dichterbij.
Wanneer de kameel vanuit zijn papiertje herrijst zie ik onmiddellijk dat zijn poten opnieuw moeten worden gespalkt. Kaja, onze hond, heeft in al haar onbezonnen puppy enthousiasme een paar jaar geleden de kameel ingezet als kluif en twee poten voor een groot gedeelte aan flarden geknaagd. Sindsdien gaat de kameel kreupel door het leven al worden zijn poten met luciferhoutjes en dichtbind strips gestut zodat hij toch zo fier als mogelijk naast het stalletje kan staan. Tenslotte ontferm ik mij met hart en ziel over kindje Jezus. Hij ligt er zo zielig bloot bij daar in zijn kribje met niet meer dan een reepje stof om zijn billetjes. Angstaanjagend koud natuurlijk, zo midden in de winter. Ik struin de keuken af op zoek naar servetten en vind een wat verkreukeld, bontgekleurd exemplaar achterin de lade. Even daarna ligt Jezus in een vrolijk strookje servet lekker warm in zijn kribje. Ik ben tevreden. De kerst kan beginnen!
Dit jaarlijkse kerststalritueel is ongetwijfeld één van mijn levendigste herinneringen aan kersttijd in mijn kinderjaren. Onmiddellijk gevolgd door de Moskovische tulband welke ik, bedolven onder dikke klodders roomboter, met een overdonderend gevoel van gelukzaligheid in groten getale naar binnen schoof tijdens het kerstontbijt. Ik denk terug aan een huis vol lichtjes, de geur van sparrenboom die we samen versierden en mijn nieuwe kleding die verwachtingsvol op een hangertje aan de kastdeur hing, wachtende op kerstavond want dan mocht ik ze voor de eerste keer aan. Met het katholieke ‘Zalig kerstfeest’ schoven we ’s avonds laat aan voor de ‘broodtafel’ wanneer we thuiskwamen uit de nachtdienst.
Ieder jaar arriveerde opnieuw het gigantische kerstpakket van mijn vader. Op onze knieën zaten we samen rond die enorme doos om ons te vergapen aan de verrassingen onder die laag friemelsliertjes. Een paar lekkernijen kozen we uit. De rest werd verdeeld over verschillende doosjes en aangevuld. ‘Voor de arme mensen’ vertelde mama. En zo leerde ik al jong dat je rijkdom en geluk niet voor jezelf houdt, maar vanzelfsprekend deelt met de mensen om je heen.
We vierden kerst. Mama stak de kaarsjes aan, kookte, bakte, versierde, knuffelde en zorgde. Toch kon het nog altijd niet compenseren wat ik juist dan zo miste. Papa! Ver weg op zee vierde hij kerst met zijn collega’s op de boot. Leegte vulde ons huis en nestelde zich tot in de verste hoekjes.
Kerst en het bijbehorende kerstgevoel is al jaren ongetwijfeld mijn grote decemberworsteling. De intredende donkerte prikt in mijn ziel en knijpt meedogenloos zonder los te laten. Met ieder lichtje dat ontstoken wordt in de buitenwereld dooft er ergens eentje diep in mijn binnenste. Met een zo groot mogelijke omtrekkende beweging ontwijk ik hard hollend rendier, kerstmarkt en ‘Jingle Bells’ en bid dat het vooral maar snel weer twee januari mag zijn.
Pijn knaagt aan de bindingen en creëert een gevoel van afgesneden zijn op een laag waar ik geen vat op lijk te hebben. Het peutert zorgvuldig mijn binnenwereld open tot de waarheid in al zijn naaktheid aan mijn voeten ligt. De waarheid van nog immer dat grote kleine-meisjes-gemis van een papa die niet is…
Kerstmis
Micha de Groot